dinsdag 27 december 2011

Kerst en Die Mann's

De kerstdagen o.a. doorgebracht met het kijken naar de Mann's. Een plezier om naar te kijken. Goed gespeeld, vanuit diverse ogen, diverse manieren om het verhaal te schrijven. Het commentaar van de laatste levende dochter Elisabeth. Ik vind het een aanrader, maar ja wie ben ik.

Waar gaat het over:
De boeken van Thomas, Heinrich en Klaus Mann behoren tot het beste van wat Europese literatuur in de de twintigste eeuw heeft voortgebracht. De geschiedenis van de familie Mann is op haar beurt een kroniek van de twintigste eeuw. Geen enkele familie liet zo'n rijke schat aan geschriften na en getuigde zo intens van haar tijd als de familie van Nobelprijswinnaar Thomas Mann. Met Elisabeth Mann-Borgese als zijn gids leidt filmmaker Heinrich Breloer ons door de odyssee van deze uitzonderlijke familie heen. Zelfmoord, alcohol- en drugsverslaving, homoseksualiteit, jongensliefde en emigratie wordt tegen de achtergrond van de eerste helft van de twintigste eeuw geplaatst. De onzekere sfeer van de Weimar Republiek, de beangstigende opkomst van het nationaal socialisme, de turbulente oorlogsjaren tot de ballingschap in Europa en Amerika zijn onlosmakelijk verweven met de geschiedenis van de meest vooraanstaande literaire familie die ooit in Duitsland geleefd en gewerkt heeft.

donderdag 22 december 2011

As jy na my roep

AS JY NA MY ROEP

As jy na my roep uit jou keel
gaan daar 'n vogtige voetpaadjie oop
in 'n ruie bos

ALS JIJ ME ROEPT

Als jij me roept uit volle keel
vouwt er een vochtig voetpaadje open
in een ruig bos

Puberteit. Ingrid Jonker 3

PUBERTEIT

Die kind in my het stil gesterf
verwaarloos, blind en onbederf

in 'n klein poel stsig weggesink
en iewers in die duisternis verdrink

toe jy onwetend so 'n dier
nog laggend jou fiesta vier.

Jy het nie met die ru gebaar
die dood voorspel of die gevaar

maar in my slaap sien ek klein hande
en snags die wit vuur van jou tand:

Wonder ek sidderend oor en oor
Het jy die kind in my vermoor...?

PUBERTEIT

Het kind in mij is stil gestorven
verwaarloosd, blind en onbedorven

in een kleine poel traag weggezonken
en ergens in duisternis verdonken

toen jij ontwetend als een beest
nog volop lachte op je feest.

Je hebt niet met dat grof gebaar
de dood voorspeld of het gevaat

maar als ik slaap zie ik kleine handen
en 's nachts het wit vuur van je tanden:

Ik ril en één vraag brandt aldoor
Heb jij het kind in my vermoord...?

woensdag 21 december 2011

Ingrid Jonker 2


Haar poëzie is ook heel mooi. In het boek Ik herhaal je zijn de mooiste van haar gedichten geselecteerd. Altijd een subjectieve keuze. Maar door de Zuid-Afrikaanse versie naast een mooie vertaling van Gerrit Komrij te zetten is het genieten.

LIED VAN DIE LAPPOP

Ek is die lappop wat nie praat
en maak net op jou liefde staat

Saans lê ek blind en stil en doof
en lig nie meer my semel-hoof

My hande roer nie en my lyf
word met jou weggaan koud en styf

Sonder jou hulp kan ek nie loop:
jy het my sommesro gekoop

en sal my nog een Guy Fawkes-nag
goedmoeds verbrand en dooroor lag

Ek is die lappop sonder gees
My pyn jou luid gevierde fees.

LIED VAN DE LAPJESPOP

Ik ben de lapjespop die niet praat
en zich alleen op je liefde verlaat

's Avonds lig ik blind en stil en doof
en slap is dan mijn zaagselhoofd

Mijn handen rusten en mijn lijf
wordt na je heengaan koud en stijf

Zonder je hulp kan ik niet lopen;
je hebt me zomaar kunnen kopen

en zult me nog op een oudeljaarsnacht
domweg verbranden terwijl je lacht

Ik ben je lapjespop zonder geest
Mijn pijn jouw luidruchtig gevierde feest.

Ingrid Jonker

Een van mooiere films die ik de laatste tijd gezien heb is Black Butterflies. De film waarin Carice van Houten de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker speelt. Zij is geboren in 1933 in een Zuid- Afrika waar de aparheid hoogtij vierde. Uiteindelijk zal zij in 1965, 32 jaar oud zelfmoord plegen.

Black Butterflies gaat over het leven van de jonge Zuid-Afrikaanse kunstenares Ingrid Jonker, een gevoelige en rebelse geest die haar vrije ideeën over kunst, liefde en politiek met een kleine groep gelijkgestemde schrijvers en kunstenaars in Zuid-Afrika deelde, de Sestigers. Tegen de achtergrond van verzet tegen de censuur van de Nasionale Party, leeft Ingrid Jonker haar jonge leven tot het uiterste en wordt haar werk steeds bekender en meer gewaardeerd. De grote liefde in het leven van Ingrid Jonker, de schrijver Jack Cope, kan haar niet het geluk en de gemoedsrust geven waar ze naar op zoek is. Met haar vader Abraham Jonker, een rechtse minister voor de Nasionale Party tijdens het Apartheidsregime, heeft ze een moeizame relatie. Politieke onenigheid drijft vader en dochter steeds verder uiteen.

zondag 18 december 2011

Mijn favoriete TV programma

Mijn favoriete TV programma is momenteel toch wel O'Hanlons helden met de bijzonder sympathieke Redmond O'Hanlon. Al een aantal weken is het op de zondagavond genieten. Zijn enthousiasme, zijn excentriciteit. Kortom een geweldig programma, vind ik..... De video laat de eerste aflevering zien. Het vertrek vanuit Pelican House. Een cottage met wanorde, alhoewel wanorde is ook orde. Maar dan van een andere soort.

Een mooie biografie


Afgelopen zaterdag weer een mooi slagje geslagen. Natuurlijk heb ik de Privé Domein delen van Canetti. Maar ik mag mij nu ook de eigenaar noemen van een kloeke biografie, gebonden uitgegeven door de Arbeiderspers. Geschreven door Sven Hanuschek.

Elias Canetti (1905-1995) kan met recht een kosmopoliet worden genoemd. Hij werd geboren in Bulgarije, maar na de vroege dood van zijn vader woonde hij met zijn moeder en jongere broers in Manchester, Wenen, Zürich en Frankfurt. Tijdens de oorlog verbleef hij in Londen, en hij stierf in Zwitserland. Canetti studeerde sociologie, promoveerde in de scheikunde en kreeg (in 1981) de Nobelprijs voor literatuur. Dat laatste is al uitzonderlijk, maar is nog opvallender omdat Canetti in feite maar één roman heeft geschreven: Die Blendung (1935), in het Nederlands vertaald onder de titel Het martyrium.

In dit bizarre verhaal over een zonderlinge bibliothecaris, die zichzelf en zijn boeken uiteindelijk in brand steekt, gaat hoofdpersoon Peter Kien ervan uit dat de waarheid pas kan worden gekend door afstand van de medemens te houden. Het dagelijks leven is immers een wirwar van leugens. Dat vond niet alleen Kien, ook zijn bedenker leefde daarnaar.

Een lastig uitgangspunt voor een biografie, maar Sven Hanuschek heeft het toch aangedurfd. Vaak proberen biografen een verband te zien tussen leven en werk, maar bij Canetti is dat een onzinnige exercitie. Niet alleen omdat hij uit weerzin tegen toekomstige biografieën veel van zijn papieren vernietigde en een ander deel van zijn nalatenschap tot 2024 ontoegankelijk verklaarde, maar ook omdat hij zelf al zijn leven tot inzet van zijn werk maakte. Zonder overdrijving kunnen we zeggen dat zijn driedelige autobiografie, vol maskerades en humanistische experimenten, de kern van zijn oeuvre is. Ook al vond hij zelf dat de sociologische studie Masse und Macht (1960) zijn magnum opus was.

Hanuschek heeft zo goed en zo kwaad als dat ging het leven van Canetti gereconstrueerd, maar belangrijker is dat hij veel aandacht heeft voor de dingen waarover de meester niet schreef. Zo is daar de geheimzinnige Veza Taubner, zijn eerste echtgenote. Canetti had de gewoonte in cafés en koffiehuizen mensen te observeren om over hen te schrijven. Daarin ging hij ver, over hoe ze spraken, hoe ze hun jas ophingen en zo meer. 'Ik heb elke dag een aantal gezichten nodig die ik nog niet ken.' Over zijn eigen vrouw lezen we in zijn autobiografie wel dat ze na een theatervoorstelling niet applaudisseerde, maar hij schreef er niet bij dat ze maar één arm had. Een vriend die zes jaar na Veza's dood in 1963 haar handicap in zijn memoires vermeldde, werd door Canetti in de ban gedaan. Maar ook dat Veza Taubner zelf een schrijfster was, vind je bij Canetti nergens terug. Net als die ontbrekende arm was dat voor iedereen zichtbaar, maar Canetti had zich nu eenmaal in het hoofd gezet dat zulks een geheim was.

We wisten al dat Canetti zich altijd met veel vriendinnen omringde. Niet zomaar vriendinnetjes, maar geliefdes, waar hij jaren durende verhoudingen mee had. Hanuschek toont aan dat Veza het niet alleen allemaal goed vond, maar dat zij deze relaties zelfs stimuleerde. Maar als zo'n vrouw haar man liefdesverdriet bezorgde, dan was de boot aan!
Enkele vriendinnen komen in deze biografie uitgebreid aan bod, zo ook voor ons nog bekende vrienden of collega's, zoals Isaak Babel, James Joyce, Karl Kraus, Hermann Broch, Thomas Mann, Franz Werfel, Stefan Zweig, Iris Murdoch (één van zijn minnaressen) en een hele serie Engelse critici, dichters en excentriekelingen die Canetti tijdens de oorlogsjaren heeft meegemaakt.

maandag 5 december 2011

Karel van het Reve

Bijschrift toevoegen

Met grote vreugde heb ik vorige week bij mijn favoriete boekhandel Spijkerman in Eindhoven het laatste deel van het Verzameld Werk gekocht.  De winter mag lang duren!

woensdag 23 november 2011

Managementcode gekraakt

Een nieuw boek, een leuke column. Vandaag in de NRC, door Margiet Oostveen.

De managementcode

De opiniepagina van de Volkskrant legt zich graag toe op wat, al dan niet onderbouwd, leeft onder echte mensen. Laatst hadden ze weer een mooie hartenkreet, nu over de grote hoeveelheid „goed betaalde coaches, strategische adviseurs, communicatieadviseurs, bedrijfsadviseurs, loopbaanbegeleiders, consultants en personal trainers” in Nederland:
Wat dóén die lieden? Wat dragen zij bij aan het oplossen van de economische crisis?
Uitstekende vragen, zij het nauwelijks te beantwoorden. Maar wie wil doorgronden hoe ‘ze’
zich -zelf verkopen, kan wat hebben aan het boek De managementcode gekraakt van Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar. Beiden zijn taalkundige, onderzochten als redacteur bij Van Dale jarenlang taalontwikkelingen en herschreven daarna, vaak met gekromde tenen, managementpublicaties. Met ‘manager’ bedoelen de auteurs ook de adviseur, consultant, ambtenaar of politicus, omdat zij zich vaak aan dezelfde taaltrucs bezondigen. Ze geven een handige alfabetische ‘v e r m ij d l ij s t ’ van woorden en uitdrukkingen, die tussen de regels bovendien duidelijk maakt dat de manager in ons allemaal sluipt. Wie nog nooit sprak over communiceren, creëren, checken, faciliteren, impact, een issue of hoe de hazen lopen, verdient een standbeeld.
Wie uitdrukkingen gebruikt als aanvliegroute, afstemmen, best practice, en ervoor gaat, is ambitieus op weg naar een leidinggevende functie.
En wie ‘ergens overheen plast’ (zijn invloed uitoefent), graag anderen de schuld geeft tijdens het blamestormen en asapwil b e n ch m a r k e n of crowdsourcen, die heeft de apenrots beklommen.

Het hoofdstuk ‘Managementspeak’ laat zien hoe ooit eenvoudig te begrijpen zinnen voor managers pas gaan leven als erin gestuurd wordt, zoals waar „wordt gestuurd op acties in hoofdlijnen”. Managers houden van beeldspraak, verdacht vaak om te bewijzen dat zij wat dóén. Daar ben ik alert op.
Ik bewaak het proces.
Ik zit er bovenop.
Dat houd ik in het vizier.
De managementcode gekraakt is voorbeeldig vormgegeven als managementboek. Veel opgeheven duimpjes en fijne tabellen dus, zoals figuur 2.1, de ‘onthaspelaar’ („Je manager gebruikt een iutdrukking die je niet kent en niet begrijpt. Wat nu?”).

Handige hulpmiddelen als de ‘kretologiemixer’ leren de lezer desgewenst ook onduidelijk te zijn, want met een geïntegreerde benadering van het veranderingsproces kunnen we concrete oplossingen genereren.
Leerzaam is de knusse beeldspraak waaraan de ‘mensenmanager’ zich vergrijpt in zijn voortdurende poging authentiek en betrokken over te komen.
Deze vermijdt het woord ‘moeten’, ten gunste van ‘samen’ en ‘met z’n allen’. En vergadert niet, maar zit „met z’n allen om de tafel”.

Het grote verdriet van de manager blijkt inderdaad te zijn dat niemand begrijpt wat hij doet.
Daarom geeft hij alles zogezegd handen en voeten met stoere blauweboordenbeeldspraak. De manager ‘zet’ bijvoorbeeld graag iets ‘neer’:„We hebben met z’n allen een geweldige prestatie neergezet.”
Fijn zo. Maar, om mijn lievelingswoord van de politieke manager maar eens te gebruiken: eerst zien of die ook toekomstbestendig is.


zondag 20 november 2011

Vivaldi blijft mooi

Een van de mooiere stukken van Vivaldi vind ik het concert RV 499, Allegro.

Dyzack

Soms ontdek je weer eens wat nieuws. Nu dus ook weer. Een stukje in de NRC afgelopen week en wat gegoogle. Dan kom je uit bij Erik Hofland a.k.a. Dyzack.

Op zijn site http://www.dyzack.com/ vind je verdere informatie.

zaterdag 19 november 2011

Boekwinkel 2

Dan is ook Selexyz Maastricht maar behelpen....

Wat een boekwinkel...

Vandaag zag ik voor het eerst fotos'van wat ik toch wel een geweldige boekwinkel vind qua vorm en uitstraling. Hadden we zoiets ook maar in Nederland.
Dit is de Livraria Lello in Porto, Portugal.

woensdag 16 november 2011

Bloemsdag


Knap werk, de roman die Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes 16 juni 2004 ten doop hielden ter ere van de honderdste verjaardag van `Bloomsday' (de dag waarop de handeling van Ulysses, namelijk de Dublinse zwerftocht van Leopold Bloom, zich voltrekt). `Alle boeken hebben baby's begonnen' zou het motto van Bloemsdag kunnen zijn; want Bindervoet & Henkes hebben in hun achttien hoofdstukken getrouw – zij het iets beknopter – Joyce nagevolgd. Het resultaat is `Uliffeys aan de Aemstel. Den Uylisses. Hm. [...] Zich afspelend alhiero annonu. Parodie. Pastiche. Plagiaat. De drie P's van pikken. Maar Ulusses is zelf al een parodie! Elk boek is een recept. Amsterdam die grote stad. Iks-iks-iks. De x van x-rated, x-tra large en xxx-jes. Doeidoei. Nederland Neverland Jeneverland.'
Deze laatste associatiereeks – gelicht uit de hersenpan van de belangrijkste bijfiguur Anton – komt uit het tweede hoofdstuk (`Nestor'). De stijl is bekend, niet alleen van Joyce, maar ook uit de `vertaling' die Bindervoet & Henkes enkele jaren geleden maakten van Finnegans Wake. De gedachtestromen vol woordspelingen, allusies, rijmgrapjes, boektitels, reclameleuzen, non-sequiturs, etcetera werden door de Tweedledee & Tweedledum van het literaire leven omgezet in sprankelend Nederlands. Geen wonder dat ze genoeg ervaring hadden om hun Amsterdamse herschrijving van Ulysses in minder dan een maand op papier te zetten. De `Bloemsdag' van Bindervoet & Henkes ontstond op 30 maart 2004, de dag waarop in Delft prinses Juliana bijgezet werd. We volgen de gepensioneerde journalist Bloem en de jonge schrijver Anton vanaf hun ontwaken (in respectievelijk de Anjeliersstraat en de Pijp) tot na hun nachtelijke dolingen op de Amsterdamse Wallen. Gaandeweg ontrolt zich voor onze ogen het leven in het stadje dat wij zo goed kennen, van het Centraal Station tot de Rembrandttower en van het Vondelpark tot het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis.
Net als Ulysses is Bloemsdag meer dan een knappe exercitie in couleur locale en stream of consciousness. Ieder hoofdstuk heeft zijn eigen stijl en/of structuur. Joyce's cyclopen, die zich in een kroeg ophouden, zijn bij B&H de vaste klanten van een kopieershop geworden – getapte Amsterdamse jongens met dito idioom. Het `Aeolus'-hoofdstuk, opgebouwd uit korte berichten met onechte krantenkoppen (`ZIJ DIE STREVEN GAAN, GROETEN U'), speelt zich af op de redactie van Trouw, de krant waarin B&H hun Bloemsdag deels voorpubliceerden. Nausicaä, bij Joyce een mank volksmeisje, is een geestelijk gehandicapte puber die praat in sms-taal. Maar ze verleidt Bloem in het Vondelpark evengoed tot ontuchtige beroeringen: `Wat erin zit komt eruit. Ze zag het heel goed. Geil ding. Die weten waar de klepel hangt, zogezegd.'
Voor de lezer zijn de hoogtepunten de laatste hoofdstukken van het boek. In `Penelope' steekt een ras-Jordanese een monoloog af waarin beschrijvingen van pasgenoten overspel worden afgewisseld met liefdesverklaringen aan de teruggekeerde Bloem. In `Circe' geven B&H een hallucinatoire beschrijving van de rosse buurt, inclusief sprekende Amsterdammertjes, preutse hoertjes en gastoptredens van Rob Oudkerk, Job Cohen, Simon Vestdijk en A.F.Th. van der Heijden met een tros Chiquita in zijn achterwerk (`Vade retro bananas'). En in `Ossen van de zon' wordt, net als bij Joyce, een ziekenhuisscène verteld in de vorm van pastiches op de literatuurgeschiedenis – van de vroegste minnedichten (`Alle boeken hebben baby's begonnen behalve die van jij en ik. Wat talmen wij nog?') tot het opgefokte proza van Zwagerman in zijn Gimmick!-tijd.
Voor liefhebbers (ik geef toe, ik ben er een) is Bloemsdag een boek dat aanzet tot glim- en schaterlach. Dat heeft het gemeen met Ulysses, maar omdat wij tijd- en landgenoten zijn van B&H hebben we minder annotatie nodig dan bij het Dublin anno 1904 van Joyce. Bloemsdag leest vlot weg, hoewel enige kennis van het grote voorbeeld, alsmede van Amsterdam en de Nederlandse high en low culture, tot aanbeveling strekt. Zo is het bij een uitval naar de schrijfkunst van `A3' van der Heijden (`een uitdijend universum aan bordkartonnen figuren gefiguurzaagd door de homo triplex') handig om te weten dat diens Homo Duplex-cyclus inmiddels in negen delen voorziet en de buitenaardse `QX-Q-8' als verteller heeft.
Het lezen van Bloemsdag geeft je hetzelfde gevoel als het bekijken van een veellagige Fokke & Sukke-cartoon: iedere grap of associatie die je begrijpt is een bevestiging van je belezenheid, je algemene ontwikkeling, je intelligentie, je vermogen tot deduceren en combineren, je intellectuele superioriteit. Heerlijk, voor de verandering. Maar Bloemsdag is meer dan krachtvoer voor literaire snobs; het is ook een geslaagd literair spel, een moderne vorm van rederijkerij. De roman verdient het om het middelpunt te worden van een eigen cultus, waarbij fans ieder jaar op 30 maart de Amsterdamse route van Bloem (geen joodse Ier, zoals bij Joyce, maar om moverende redenen een Indonesische Nederlander) nalopen. Lees dit boek, als ge Joyceaan of Amsterdammer zijt, of als ge wat anders zijt.

Heel leuk om te lezen! Oh ja, deze beschrijving is vakkundig geleend van NRC boeken en is geschreven door Pieter Steinz en een beetje aangepast door mij. En ook voor een zacht prijsje gekocht. Afkomst verraadt zich niet :)

Ruud van Empel 2


Over deze foto's kreeg van Empel het commentaar dat het Nazimeisjes waren. Maar zijn werk is volledig gecomponeerd en bestaat uit een samenstelling van gezichten. Maar ik kan het me wel goed voorstellen. Ze zien er beetje uit als, tja.....

Ruud van Empel

In de herfstvakantie waren we in Groningen waar we de schitterende tentoonstelling hebben bezocht van Ruud van Empel in het Groninger Museum. Mooi en zeer de moeite waard.

zondag 6 november 2011

De Boekenbeurs 2

Een verrassing was dat ik de dagboeken tegenkwam van de dichter C.O. Jellema. Mooie uitgave, mooie prijs. Een z.g. laatste exemplaar.
Een web van dromen
Zeventien cahiers met dagboekaantekeningen liet de dichter en essayist C.O. Jellema na. Het eerste dateert van 1960, het jaar voordat zijn debuut Klein Gloria en andere gedichten verschijnt; het laatste eindigt kort voor zijn dood. Bezwerend, analyserend, zoekend en openhartig: de wijze waarop Jellema ruim veertig jaar lang zijn doen en denken boekstaaft is indrukwekkend. Deze selectie uit de dagboeken, bezorgd door Gerben Wynia, verschaft ons inzicht in het innerlijk leven van een man die worstelt met zichzelf, inzicht in de groei van een even complexe als gecompliceerde persoonlijkheid. In 'Zelfportret', een van zijn laatste gedichten, schetst hij het volgende beeld van zichzelf: De naam is legio, want wij zijn velen:/wil, wanhoop, woede, wensdroom, twijfel, maar/dat lijf houdt ons als kluwen bij elkaar,/die kop soms dol van ons verward krakelen. Het had het motto van deze uitgave kunnen zijn want hier is een dichter aan het woord voor wie het bijhouden van een dagboek een manier is om lijf en kop, lichaam en geest, met elkaar te verzoenen, om ordening te scheppen in de soms dol makende gedachten. Schrijven als bewustwordingsproces: op die wijze legt Jellema getuigenis af van wie hij is, wat hij denkt, voelt, hoopt en droomt.
Al met al een mooie score en dan vergeet ik eigenlijk het laatste boek nog, Ararat van Frank Westerman. Dit staat eigenlijk al heel lang op mijn lijstje, maar nu dan voor een zacht prijsje meegenomen naar mijn boekenhol waar de stapels groter worden en ik lees, tegen de klippen van de hel omhoog. Maar dat al geeft zoveel plezier dat ik enkel hiermee mijn leven al zou kunen vullen.
Ararat
In Ararat maakt Frank Westerman een adembenemende reis op het breukvlak van religie en wetenschap.
'Waar is de God van mijn kinderbijbel? Wie of wat heeft Zijn plaats ingenomen?'
Deze en andere vragen komen op wanneer Frank Westerman vanuit Armenië de bijbelse Ararat ziet, waar ooit de ark van Noach zou zijn gestrand. Op zoek naar ervaringen die zijn persoonlijke binnenwereld tonen, houdt hij de mythes én de steenharde realiteit van deze majestueuze vulkaan tegen het licht.
Ararat, culminerend in de beklimming van de hoogste gletsjer boven de 5000 meter, is tegelijk een tijdreis door het Nederland dat in enkele decennia het anker van het geloof lichtte.

De Boekenbeurs

Dit weekend was het weer Boekenbeurs in Eindhoven. Altijd weer een genoegen om hier enige uren rond te lopen. Het karretje vol te laden en nadien weer een kritisch nalopen of je al die boeken wel wil kopen. En wat is dan uiteindelijk de score. Eigenlijk maar vier boeken, maar daar ben ik dan blij mee.
Als eerste een boek over Thomas Mann van Margreet den Buurman.
Thomas Mann
Het beschrijven van een groots leven als dat van Thomas Mann (1875 Lübeck " 1955 Zürich) is meer dan een avontuurlijke reis. Natuurlijk kennen wij hem als auteur van De Buddenbrooks, een roman waar hij in 1929 de Nobelprijs voor ontving, van Dood in Venetie en van De Toverberg. Naast vele romans en novellen schreef hij essays, gaf hij lezingen en hield hij nauwgezet dagboeken bij. Drie romans en een novelle zijn voor verfilming bewerkt en over zijn leven verscheen een film. Want behalve zijn vier jaar oudere, eveneens schrijvende broer Heinrich Mann, werden twee van zijn zes kinderen ook beroemd als journalist en schrijver: Erika en Klaus. Thomas Mann bleef zijn hele schrijversleven schatplichtig aan het milieu waar hij uit voortkwam: een welvarend koopmansgeslacht uit Lübeck, met de graanfirma Joh.Siegm.Mann, die door de vroege dood van zijn vader in 1891 teloorging. En hoewel de tijden veranderden, bleef hij standsbewust en woonde hij altijd in villas of landhuizen met personeel. Naast het belang van zijn achtergrond, is Thomas Mann echter vooral de auteur van het Fin de sicle en van het Interbellum. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was hij een huisvader met vier kinderen. Deze oorlog leidde tot een breuk met Heinrich omdat ze verschillende kampen vertegenwoordigden. Bijna twintig jaar later nam Thomas Mann met pijn in het hart afscheid van Duitsland toen het land was uitgeleverd aan de nazis. Publiceren werd hem onmogelijk gemaakt en met zijn gezin woonde hij na 1933 vijf jaar in Zwitserland en bijna veertien jaar in Amerika. Hier ontwikkelde hij zich tot politiek geweten van Duitsland. Zijn persoonlijk leven en zijn leven als publieke persoon waren hierbinnen niet altijd te scheiden. Hij verzuchtte dan ook weleens dat velen iets over hem vonden, maar dat hij zelden werd gekend.
Een tweede mooie keuze is een essaybundel van Herta Müller, De koning buigt, de koning moordt.
De koning buigt, de koning moordt
In deze essaybundel neemt Herta Müller haar eigen schrijverschap onder de loep. Ze doet dit steeds vanuit de historische en politieke achtergrond van dat schrijverschap: haar kindertijd in een Duitstalig boerendorp in Roemenië en haar ervaringen met de dictatuur van Ceau?escu.
In al deze overwegingen staat taal centraal: taal als instrument van overheersing en onderdrukking, maar ook als mogelijkheid tot zelfbehoud en verzet.
Zo ontstaat een indrukwekkend en scherp beeld van een leven onder totalitaire omstandigheden en van de literaire weg die Herta Müller consequent als reactie daarop heeft gekozen.
Deze bundel bevat naast een selectie uit de essaybundel Der König verneigt sich und tötet ook twee recentere essays en de rede die Herta Müller in 2009 hield bij de aanvaarding van de Nobelprijs voor Literatuur.

maandag 17 oktober 2011

Een leuke film

Afgelopen zaterdag, die hele mooie zaterdag, zat ik al vroeg in de trein op weg naar Utrecht. Ik had twee kaartjes voor de Ierse film "The Guard". een film over een norse politieman in het westen van Ierland. In Galway, Connamara om precies te zijn.
Een film met humor, spot en tragiek en diverse Ierse zaken die naar voor kwamen. Ik heb veel gelachen.

zondag 2 oktober 2011

Zo zou ik het ook wel willen....

A lovely day

De bibliotheek

Vandaag een bezoekje gebracht aan de bibliotheek te E. Voor drie euro werd ik de eigenaar van twee formidabele boeken uit de Gouden Reeks van Atheneum - Polak & van Gennip.
De verloofden van Allesandro Manzoni.
Italianen beschouwen De Verloofden, I promessi sposi, na het werk van Dante, als het belangrijkste dat hun literatuur heeft voortgebracht. Het is inderdaad een prachtig boek, vol humor en vol liefde voor de kleine luiden in het noorden van Italië; met een duidelijk en eenvoudig verhaal (twee mensen willen trouwen, maar op bladzijde 1 komt er iets tussen dat een keten van gebeurtenissen inzet, en op de laatste bladzijde trouwen ze).
Het tweede boek is De volmaakte ridder Tirant lo Blanc van Joanot Martorell.
Tirant lo Blanc, geschreven rond 1460 door de Valenciaanse schrijver Joanot Martorell, heeft
veel trekken van wat de moderne romanvorm zou worden. In tegenstelling tot de oorspronkelijke, vaak zeer onwaarschijnlijke ridderromans, is Tirant lo Blanc een opvallend geloofwaardig levensverhaal. In de figuur van Tirant lo Blanc heeft Martorell een personage gecreëerd dat vanuit de vorming in de oude, geïndividuealiseerde ridderverhalen evolueert tot een strateeg van formaat. Hij slaagt er zelfs in, te midden van politieke intriges, erotische avonturen en tactisch doordachte veldslagen, om Constantinopel te vrijwaren van de Turkse verovering (en dat terwijl het boek geschreven werd vlak na de val van Constantinopel!)
Het boek werd al vrij snel (1511) vertaald in het Spaans, zodat Cervantes het kon lezen, maar nog eerder (1501) in het Italiaans, waardoor Ariosto eruit kon putten voor de vijfde canto van zijn Orlando furioso. Zelfs is de stof doorgedrongen tot bij Shakespeare, in diens Much Ado about Nothing.
Tirant lo Blanc is kortom een invloedrijk meesterwerk uit de Europese literatuur, maar bovenal een heerlijk leesboek. En wie dat niet gelooft volgt maar de raad op ven Cervantes' Don Quichot: 'Neem maar mee naar huis en lees het, dan zult u zien dat alles wat ik erover heb gezegd waar is.'

maandag 26 september 2011

De verdwenen berichten

Het is raar om te constateren dat al je berichten die in een periode van zes jaar schrijft zomaar verdwenen zijn. Van mijn oude blog, dat nu al meer dan vijf weken ui tde lucht is, zijn de berichten ook niet in cache te vinden. Web-log is weglog met streepje geworden. Naar het zich laat aanzin zijn zij bezig geweest met een klus waarbij zij niet konden overzien waarmee ze bezig waren.

Een moderne toren van Babel.

vrijdag 23 september 2011

Ferdinand Pessoa

Zoals ik al eerder blogde behoort de Portugese schrijver Fernando Pessoa tot mijn favorieten. Tot degenen die hem nog niet zo goed kennen, of zij die nog wat van hem of over hem zoeken. Zij kunnen nu hun slag slaan bij de Slegte. Voor heel weinig geld liggen daar twee brievenboeken van hem. Goed vertaald door August Willemsen. Ook het boek Herostratus, over onsterfelijkheid en vergankelijkheid van literaire werken. Voor slechts € 7,99. Jammer dat het allemaal verramjst wordt, maar grijpt uw kans. Uw leven wordt verrijkt !!

Agatha Kristof en de bibliotheek

De schrijfster Agota Kristof is op 29 juli jl. op 75-jarige leeftijd gestorven. In de krant niet meer dan een klein bericht. Een Hongaarse die in 1956 naar Zwitserland vluchtte. De werken die haar als schrijfster op de kaart zetten zijn Het dikke schrift, Het bewijs en De derde leugen. Deze trilogie is het laatst in 2001 bij Van Gennep verschenen. Nu niet meer verkrijgbaar. Enige weken geleden, weekje of 6, heb ik dit schitterende boek tweedehands gekocht in de Centrale Bibliotheek van Eindhoven voor het schamele bedrag van € 1,50. Een bijna ongelezen, z.g.a.n. exemplaar. Het briefje van de uitleningen zat er nog in; 24 mei 2005 en 25 juli 2006. Wie laat het werk als herdruk op de markt komen?

De laatste berichten

Gelukkig heb ik een cache-bestand nog een en ander terug kunnen vinden; vooral laatste berichten. Deze laat ik in dit blog terugkeren.

C.F. (Ciaran) Meister, zoon van onze Ierse vriendin Maeve timmert behoorlijk aan de weg in de muziek en kunstenwereld. Deze video, door hem gemaakt en geproduceerd, won ien Ierland een grootse prijs. De moeite van het kijken en luisteren zeker waard. (http://cfmeister.tumblr.com/) De treurigste sok ooit...

De eerste pagina

Jarenlang blogde ik via gervander.web-log. Helaas na bijna zes jaar ziet het er naar uit dat ik afscheid moet nemen van dit adres. Een migratie naar eennieuw adres kost zoveel tijd. Al meer dan vier weken ben ik uit de lucht. Daarom heb ik besloten om elders een nieuw blog aan te maken, met een nieuwe naam en titel.

Onder http://gervander.blogspot.com ben ik te vinden. Vanaf nu zal mijn blog ook een titel hebben: De omgevallen boekenkast. Deze titel komt van een boek van Hans van Straten uit de Privé Domeinreeks dat in 1987 verscheen.
Ook een schilderij van Kandinsky bij mijn vorige blog is hier niet meer zichtbaar. Ik heb gekozen voor een ander schilderij van Kandinsky als start.
voor mij een schilderij van bijzondere betekenis. Maar, de beleving van kunst is subjectief, dus als u het niet mooi vindt.... Tja.
Wat ook jammer is, is dat veel van mijn oude berichten zijn verdwenen. Misschien kan ik e.e.a. nog terughalen. Dat is dan meteen ook de stimulans om weer verder te gaan en met nieuwe berichten te komen.
Een ding is zeker, ik heb er weer zin in!!