maandag 11 maart 2013

Goeroe Kumare is ook een rare kwieb

Enige tijd geleden zag ik op tv een schitterende documentaire over de goeroe Kumare: The True Story of a False Prophet.
 
Sceptisch over verlichte goeroes besluit de filmmaker Vikram Gandi als experiment zelf goeroe te worden en krijgt al snel veel trouwe volgelingen.

Vikram Gandi, een Amerikaanse filmmaker van Indiase afkomst is verbaasd over het succes dat het Oosterse geloof heeft in de Westerse wereld. Hij is van kinds af aan geïntrigeerd door geloof en spiritualiteit en hoe ver mensen gaan op zoek naar het ‘hogere’. Maar hij was ook altijd erg sceptisch, met name over de zogenaamde verlichte goeroes. Is er echt iets hogers of worden mensen voor de gek gehouden?

Zelf heeft hij juist afstand genomen van het Hindi-geloof en wil onderzoeken of het geloof niet gewoon een grote illusie is. Hij besluit daarom als experiment zelf goeroe te worden: hij noemt zich Kumare en gaat zich kleden als een goeroe, met rood gewaad en baard, neemt een Indiaas accent aan en leert wat yoga- en meditatietechnieken. Sneller dan hij had kunnen bedenken heeft hij een groep trouwe volgers. Hij verzint mantra’s als ‘Be all that you can be’ en alles wat hij doet wordt voor waar aangenomen. Met zijn indringende ogen en vriendelijke glimlach blijft hij altijd even aardig en sympathiek en zijn volgelingen geloven heilig in hem.

Maar hoe meer ze hem nodig hebben bij al hun levensvragen en hoe dieper zijn volgelingen ingaan op de voor hen spirituele ervaringen, des te groter wordt Vikrams gewetensnood. Hoe redt hij zich hier uit?

Daarvoor zult u de documentaire moeten kijken..... De link naar, het kopen of streamen van vindt u hier
De trailer:


Vikram Ghandi over het project:


Nu maar weer even wachten op de volgende Swami Bami....

zondag 10 maart 2013

De ooggetuige van Ernst Weiss

Tot mijn grote verbazing ligt momenteel bij de outlet van Slegte in Eindhoven en misschien ook in andere plaatsen het boek "De ooggetuige" van Ernst Weiss, waarover ik eerder blogde, in de ramsj voor een grijpstuiver. Haast U als u dit geweldige boek in uw bezit wilt hebben.
Enige weken eerder lag ook "Franziska" er voor een schamel bedrag.
Dit alles moois na de heruitgave van "De arme verkwister".......



zondag 3 maart 2013

Ik vind Bhagwan/Osho een rare kwieb, deel 2

In de HP van november 2009 is een artikel te lezen over "Kinderen van Bhagwan", mensen die terugkijken op het leven in de commune. Lees het artikel hier.

vrijdag 1 maart 2013

Ik vind Bhagwan/Osho een rare kwieb

Op Facebook blogde ik een quote van Bhagwan/Osho die ik wel aardig vond en gaf daarbij aan dat ik hem een rare kwieb vond. Nu heeft ieder recht op zijn of haar mening, maar omdat ik te weinig over hem gelezen heb of niet bij hem op de thee ben geweest zou ik er niets van af weten. Zou mijn mening een vooroordeel zijn.
In mijn verweer gaf ik o.a. aan dat ik Mein Kampf van A. Hitler ook niet hoef te hebben gelezen om over hem een mening te hebben.... De discussie heb ik verwijderd, te persoonlijk en argumentum ad hominem, op de man spelen in een discussie, vind ik niet zuiver. Academisch onwaardig.
Maar goed, zwaarder geschut nu om mijn mening over deze charlatan te versterken. Vooraf wil ik duidelijk aangeven dat het hier om mijn mening gaat waarmee men het niet eens hoeft te zijn, maar gebruik maken van autoriteitsargumenten om mijn mening te ontkrachten.... Ik baseer mij op bronnen, ben daar open over, en op mijn allergie ten opzichte van alles wat naar sekten en sektarisch gedrag riekt. "Als je volgt hoef je niet te denken" is een uitspraak van mij dit aangeeft. Evenals de gevleugelde woorden van Immanuel Kant; "Sapere Aude", heb de moed om je eigen verstand te gebruiken zonder door anderen te worden geleid, er een is om kritisch naar de wereld om je heen te kijken.
Voor mij is iedereen gelijk om te geloven wat hij of zij wil en als men daar gelukkig mee is, prima, maar probeer mij niet te overtuigen dat het aangehangen van jouw geloof geloof of religie zo geweldig is. Voor de gelovige ja, haal je daar je zekerheden uit, prima. Ben je daar gelukkig mee, prima.  Maar blijf wel kritisch (na)denken.

De Indiase goeroe Bhagwan Shree Rajneesh droomde van een nieuwe mens, spiritueel en sensueel tegelijk, een synthese van oosterse mystiek en westers materialisme. Deze mens zou het licht zien in zijn commune, een oase van liefde, vrijheid, vreugde en harmonie. In werkelijkheid creëerde hij een zwaar bewapende totalitaire gemeenschap die een broeinest werd van criminele activiteiten. Hoe kon dat gebeuren?

Lees hier het artikel: De val van Rajneeshpurham. Opkomst en ondergang van de Bhagwanbeweging.
Of het artikel over Maroesja Perizonius die als kind opgroeide in een Baghwancommune in Nederland en als zovele ander commune kinderen door hun ouders werden verwaarloosd. De documentaire "Communekind" die over Perizonius gaat is hier te zien.

Om de stripheld Obelix te parafraseren: "Rare jongens, die sektariërs".


donderdag 14 februari 2013

In einem kleinen Paradies

Gisteren was ik sinds lange tijd weer eens een dag in Amsterdam. Het hoofddoel was om een bezoek te brengen aan het verbouwde en opnieuw geopende Stedelijk Museum. Dit was een hernieuwde kennismaking met vertrouwde schilderijen en werk van een voor ons onbekende kunstenaar Mike Kelley. Zijn knuffeldierenkunst en films brachten de nodige glim- en grimlach op het gezicht. Het waren bijzonder prettige uurtjes in het Stedelijk.
Behalve een stadswandeling was er ook nog een subdoeltje om naar Amsterdam te reizen. Enige tijd geleden had ik in de NRC gelezen over de Duitse boekhandel Die Weisse Rose aan de Rozengracht in Amsterdam. De enige Duitse boekhandel in Nederland. Voor diegenen die mij wat beter kennen weten dat ik graag Duitse auteurs lees en dan vaak ook bij voorkeur in het Duits. De boekinkoop doe ik meestal in Duitsland of Zwitserland en bij Die Weisse Rose was ik, en dat moet ik misschien wel tot mijn schande bekennen, nog nooit geweest.
Wel, toen ik de drempel van de winkel overging leek het of ik in een klein paradijs aangekomen was. Een boekwinkel vol met boeken, vanaf de grond tot aan het plafond. Een winkel waar je niet geteisterd wordt door stapels bestellers maar een collectie. Een collectie waar je "Sie" tegen zegt om maar eens lekker te parafraseren. Ogen kwam ik te kort, tijd had ik voldoende. Mijn eega had zich in een hoekje van de winkel genesteld terwijl zij me gadesloeg bij mijn ontdekkingstocht door de winkel. Ik zag zoveel dat ik zou willen kopen maar wist ook dat ik het alemaal zou moeten dragen.
Uiteindelijk wist ik mij te beperken tot twee boeken. Onkelchen van Sherko Fatah van wie ik momenteel De dief van Bagdad in het Nederlands aan het lezen ben (Ein weisses Land is de originele titel) en Die kleine Stadt van Heinrich Mann.
Ich bin ein glücklicher Mensch!

maandag 4 februari 2013

A & R Loodgieter- en Onderhoudsbedrijf uit Rotterdam belazert de kluit

Op kerstavond, 24 december, werden wij geconfronteerd met een verstopping van onze keukenafvoer.

Wij belden een loodgietersbedrijf via het telefoonnummer 040- 7112573 en kregen contact met de loodgietercentrale waar wij onze klacht doorgaven en graag geholpen wilden worden.
Hier vernamen wij dat er tussen 21.00 en 21.30 iemand zou komen.
Onze verbazing was groot dat er geen Eindhovens bedrijf maar mensen van A en R Loodgieterbedrijf uit Rotterdam voor mijn deur stonden.

Nog groter was mijn verbazing dat er tevoren al werd gezegd wat het tarief zou zijn en dat er contant moest worden afgerekend en dat er geef factuur gestuurd zou worden. Er was op dat moment nog geen werkzaamheid verricht behalve het kijken in de kruipruimte. Ook nog geen idee wat de oorzaak van ons probleem was.

U, lezer, begrijpt dat wij ons voor het blok gezet voelden en gezien het probleem akkoord moesten gaan met een arbeidsloon per uur van €188 en €95 aan voorrijkosten plus daarbij de BTW ter hoogte van € 39,43, met als totaal € 342,43. Van tevoren was er door de centrale op geen enkele wijze iets aangegeven over de hoogte van de kosten. Alternatieven niet mogelijk.

Achteraf bekeken ben ik van mening dat het gedeclareerde en betaalde bedrag niet in verhouding staat tot de geleverde prestatie, nog geen 45 minuten werk, en daarom ben ik van mening dat er een aanpassing aan dit notabedrag dient plaats te vinden.
Er is naar mijn idee misbruik gemaakt van de situatie om een exorbitant hoog bedrag te vereisen en dat contant te laten afrekenen.

Dit bericht stuurde ik daags na Kerstmis naar dit bedrijf. Sinds die periode werd ik iedere keer met een ander smoesje afgehouden. Overleg met de leidinggevende, drukte, ziekte. Inhoudelijk werd er niet gereageerd. Ik vind dit een schandelijke situatie en kom tot geen andere conclusie dat dit malafide praktijken zijn.

donderdag 17 januari 2013

De Ooggetuige


De ooggetuigeOver geen enkele persoon verschenen zoveel boeken als over Adolf Hitler. Talloze historici, filosofen, psychologen en antropologen bogen zich over zijn leven, persoonlijkheid, geloof, gedrag en visie. Eminente biografen als Joachim Fest, Sebastian Haffner, Guido Knopp, Raul Hilberg en Ian Kershaw schreven indrukwekkende boeken over de dictator, die als geen ander de twintigste eeuw beïnvloedde met zijn fanatieke denkbeelden. Die stroom publicaties volgde vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen de wereld zicht kreeg op de gruwelijke gevolgen van het nazisme, de dictatuur, de xenofobie, de concentratiekampen en vooral de Endlösung met als gruwelijk resultaat de vernietiging van zes miljoen Joden. In zijn boek Hitlers gewillige beulen toont Daniël Goldhagen aan dat de moord op de Joden geen toevalligheid was, maar het gevolg van een intrinsiek antisemitisch denken. Nog voor Hitler zijn vernietigingsmachine bedacht, leefde bij het Duitse volk de gedachte dat de Joden op de één of andere manier geëlimineerd moesten worden. Toen Hitler aan de macht kwam en hij zijn holocaust wilde starten, had hij dan ook geen enkele moeite om hiervoor medestanders te vinden die vol overtuiging aan zijn zijde stonden en hielpen bij de uitvoering van deze verschrikking. Bij hen leefde de opvatting dat de eliminatie van de Joden niet alleen noodzakelijk was, maar tevens gerechtvaardigd.
Dat waren allemaal bedenkingen achteraf, na de val van het Derde Rijk. Maar ook daarvóór hadden enkele intellectuelen hun bezorgdheid over het nazisme al geformuleerd, verkondigd en neergeschreven. Een van hen was de jood Ernst Weiß, die tijdens de Eerste Wereldoorlog als militaire geneesheer aan het oostfront streed, iets waarvoor hij in 1918 het Gouden Kruis voor Moed ontving. Tegelijk was hij een van de belangrijkste Duitstalige auteurs van het begin van de twintigste eeuw. Hij was bevriend met Franz Kafka en had contacten met illustere collega’s als Stefan Zweig, Thomas Mann en Joseph Roth. Hij was auteur van essays, novellen en zestien romans waaronder Die Feuerprobe, Der Aristokrat en Der Gefängnisarzt oder Die Vaterlosen. Een dag na de Rijksdagbrand op 27 februari 1933 verliet hij Berlijn en trok naar Praag om er zijn zieke moeder bij te staan. Na haar overlijden in 1934 vestigde hij zich als banneling in Parijs. In 1938 schreef hij in het kader van een literaire wedstrijd, gesponsord door de American Guild for German Cultural Freedom, zijn bekendste werk De ooggetuige. Hij hoopte de wedstrijd te winnen en zo een visum te bekomen voor de Verenigde Staten. Weiß won echter niet en bleef in armoede in Parijs. Toen de Duitsers op 14 juni 1940 de Franse hoofdstad binnenmarcheerden, pleegde hij zelfmoord. Zijn nalatenschap is vermoedelijk in beslag genomen door de Gestapo.
De ooggetuige is een verpletterend boek. Het verscheen pas in 1963 en werd in 1964 in het Nederlands vertaald. Onlangs verscheen een nieuwe uitgave. Het hoofdpersonage is een artspsychiater in een reservelazaret die geestelijk verminkte militairen behandelt. Een van zijn patiënten is een zekere A.H., een grootheidswaanzinnige, Jodenhatende fantast, die als gevolg van een hysterische aandoening niet meer kan zien. Medisch gezien is hij echter niet blind. De arts raakt door hem gefascineerd. en besluit A.H. te behandelen. Uiteindelijk geneest hij hem met alle fatale gevolgen van dien. Uiteraard gaat het hier om fictie, maar wie de levensloop van de auteur kent, begrijpt dat deze roman heel wat autobiografische elementen bevat. Weiß studeerde zelf voor arts, streed aan het front, zag van nabij de opkomst van het fascisme, dat teerde op een diepgeworteld antisemitisme. Als jood zag en proefde hij de door het christendom aangewakkerde haat van de Duitsers en andere ‘Arische’ volkeren tegen de Joden. ‘Mijn moeder “mocht” joden niet, ook al kende ze er maar een paar en wist ze van geen van allen iets kwaads. Misschien kwam het door haar katholieke opvoeding,’ schrijft Weiß. En zo start een ambivalent verhaal waarin ‘de ooggetuige’ van in zijn jeugd geconfronteerd wordt met liefde en bedrog, levenslust en gebroken illusies, hoge verwachtingen en tegenslagen, succesvolle mensen en zijn eigen diepe armoede. Weiß beschrijft in zijn roman indringend het begin van de Grote Oorlog. ‘In één klap was er geen Europa meer, de grenzen waren gesloten en overal vloeide bloed (…) Het kosmopolitisme was dood’. Het individu had geen enkele waarde meer, alleen de massa telde nog. En de categorische imperatief van Kant werd letterlijk omgedraaid: iedere mens werd middel tot het doel. Net zoals de auteur dat zelf deed, gaat het hoofdpersonage als arts aan de slag aan het front. Deze passages in het boek zijn beenhard, tot op de rand van het onverdraaglijke, vergelijkbaar met het boek Frontberichten van Edlef Köppen of het fotoboek Krieg dem Kriege van Ernst Friedrich, vol afbeeldingen van gueules cassées van verminkte soldaten. Als chirurg moet hij na zijn aankomst al onmiddellijk beginnen te opereren, in feite vooral amputeren, ‘letterlijk wadend in het bloed’. Later vecht hij zelf ook en schrikt van de vernietigingskracht van de mens. ‘Het innerlijke, het verpletterende, het verrukkelijk beestachtige, het barbaarse geluk, de barbaarse roes, is niet te beschrijven.’ Hij raakt gewond, herstelt en gaat aan de slag in een lazaret in Pommeren, waar hij geestelijk verminkten moet behandelen. En hier komt de blinde patiënt, korporaal A.H., op het toneel, ‘een eeuwige herrieschopper, een fanatieke hitser, oproerkraaier en querulant’ die zich weigert te laten behandelen door een Jood.
Beter dan in tal van zo veel non-fictie boeken ontleedt Weiß de woede, de rancune en de haat die Hitler drijft. De in zijn ogen onverdiende nederlaag, de dolkstoot in de rug van de Wehrmacht door joden en democraten en later die afschuwelijke Vrede van Versailles. Zijn levensdoel is de grote revanche. Van zijn aanhangers eist hij totale gehoorzaamheid. ‘Geen ruimte. Geen twijfel. Geen bedenkingen.’ En het lukte hem. Miljoenen mensen konden geen weerstand bieden aan zijn gruwelijke logica. De auteur beschrijft messcherp de morele ineenstorting van het Duitsland na de Grote Oorlog. Toen de joodse minister van Buitenlandse Zaken Walther Rathenau, die erin slaagde om Duitsland op het internationale toneel nieuw aanzien te geven, op een dag werd vermoord door extreemrechtse extremisten, protesteerde niemand. Integendeel, ‘velen waren geneigd het losgeslagen patriottisme van de beide fanatici als verontschuldiging te aanvaarden’, zo stelt het hoofdpersonage vast. En hij ziet met lede ogen hoezeer ook zijn kennissen en zijn eigen vriendin A.H. beginnen te bewonderen, bijna vereren. ‘Ze zag in hem een man die geen haat kende, die slechts van liefde, vaderlandsliefde vervuld was en van wie iedereen moest houden.’ A.H. verachtte de massa, maar diezelfde massa was in zijn ban. En ze vertrouwden hem, zelfs toen hij zich al vroeg aanmatigde dat hij zich nooit kon vergissen en dat hij de belichaming van hét recht was.
Slechts uitzonderingen wisten zich te handhaven. ‘Aan de geestelijke overmacht van H. was ik ontsnapt, want ik zag het gevaar,’ zegt het hoofdpersonage, maar ook hier spreekt Weiß zelf. Hij zag al vroeg in tot wat die fanaticus in staat was en hoezeer hij de kritische vermogens van de mensen uitschakelde. ‘Je kunt niet tot de massa afdalen als je je niet eerst ontdoet van wat je tot individu maakt: je scrupules en je geweten,’ en dat werd al snel duidelijk toen de stoottroepen van Hitler hun politieke tegenstanders in elkaar begonnen te slaan en te vermoorden. De rijksregering (en de andere politieke partijen) had niet door hoe gevaarlijk Hitler en zijn medestanders waren. Weiß legt in één korte zin uit waarom niet: ‘Zij dacht dat ze net zo waren als zij!’ Dat bleek al snel na de machtsovername in 1933 toen de auteur een ‘enorme modderstroom van verraad’ vaststelde. Niet zelden vloeide dat verraad voort uit de hoop op persoonlijk voordeel. Zo werden talloze joodse eigendommen verworven door leiders van de NSDAP, maar ook door gewone burgers.
Hoewel de auteur zijn roman schreef in 1938, nog twee jaar vóór de Tweede Wereldoorlog, was hij perfect op de hoogte van het bestaan van de concentratiekampen. Iets waarvan veel Duitsers na 1945 beweerden dat ze er niets van wisten, ‘Wir haben es nicht gewußt’. Maar de auteur wist het maar al te goed en dropt zijn hoofdpersonage in Dachau, waar hij de ergste folteringen ondergaat omdat hij een dossier over de vroegere ziekte van A.H. achterhoudt. Hij hoort hoe gevangenen gefolterd worden en brullen als dieren. Tot ze hem zelf aanpakken. ‘Nu begreep ik wat een onvoorstelbare macht de angst voor lichamelijke pijn over een mens kan hebben,’ aldus het hoofdpersonage. Uiteindelijk kan hij het kamp ontvluchten en Parijs bereiken, opnieuw een parallel met het lot van Weiß. Daar verhaalt hij over de moord op Röhm, de chef van de SA, die door Hitler werd uitgelegd als een noodzakelijkheid. ‘In dit uur was ik verantwoordelijk voor het lot van de Duitse natie en daarvoor was de opperste Rechter van het Duitse volk in die 24 uur ikzelf.’ Het is een letterlijk citaat van de Führer dat aantoont hoezeer de rechten en vrijheden in Duitsland waren uitgehold en hoezeer het lot van elke Duitse man en vrouw in handen lag van die fanatieke opperrechter die besliste over leven en dood.
‘Duitsland stonk naar moord en verraad en allen ademden die lucht in als was het rozengeur,’ zo schrijft de auteur in 1938. Geen wonder dat de Gestapo hem op de hielen zat en hem wilde liquideren als ‘vijand van het Duitse volk’. Zover heeft hij het niet laten komen. De ooggetuige Weiß benam zichzelf het leven nog vóór de fascisten hem te pakken kregen. Dit boek is het antidotum voor elke vorm van extremisme, en waarschuwt ervoor dat een fanatieke fantast in staat is om een heel volk mee de afgrond in te sleuren. Het gaat om de bekentenis dat de massamens in staat is tot de gruwelijkste zaken. Dit boek en zijn auteur verdienen een ereplaats in de galerij van de groten. De ooggetuige is een klassieker.

Recensie door Dirk Verhofstadt

Een van mijn meest favoriete gedichten.

Een van mijn meest favoriete schrijvers is Dylan Thomas, een van mijn favoriete gedichten is:

Do not go gentle into that good night

Do not go gentle into that good night,
Old age should burn and rave at close of day;
Rage, rage against the dying of the light.

Though wise men at their end know dark is right,
Because their words had forked no lightning they
Do not go gentle into that good night.

Good men, the last wave by, crying how bright
Their frail deeds might have danced in a green bay,
Rage, rage against the dying of the light.

Wild men who caught and sang the sun in flight,
And learn, too late, they grieved it on its way,
Do not go gentle into that good night.

Grave men, near death, who see with blinding sight
Blind eyes could blaze like meteors and be gay,
Rage, rage against the dying of the light.

And you, my father, there on the sad height,
Curse, bless, me now with your fierce tears, I pray.
Do not go gentle into that good night.
Rage, rage against the dying of the light.