Waarover gaat het:
Dickens verhaal over Samuel Pickwick en zijn vrienden (de
‘vurige’ Tracy Tupman, de ‘dichterlijke’ Augustus Snodgrass en de ‘sportieve’
Nathaniƫl Winkle) is eigenlijk nauwelijks een roman te noemen. Het lijkt vooral
in het begin een losse bundeling schetsen van komische gebeurtenissen en
ontmoetingen met merkwaardige figuren (zoals de verlopen acteur en oplichter
Alfred Jingle), aaneengeregen door postkoetsen en herbergen. Er is slechts
sprake van een minimale intrige, die ook nog eens regelmatig wordt onderbroken
door ingelaste, op zich zelf staande vertellingen. Toch vormt het werk tegelijkertijd
een hechte eenheid, niet alleen door de dominante aanwezigheid van de
goedhartige, wat wereldvreemde Samuel Pickwick en diens 'Sancho Panza' en
tegenspeler Sam Weller, maar ook door de in deze twee tegenpolen reeds
gesuggereerde thematiek: schijn en werkelijkheid, idealisme en pragmatiek
worden in het verhaal voortdurend tegen elkaar afgezet, van Pickwicks
‘wetenschappelijke waardering’ voor een waardeloze steen met een schijnbaar
cryptisch opschrift, via een scherpe satire op de verkiezingen in Eatenswill,
tot Pickwicks ervaringen in de gevangenis. Het zien van de werkelijkheid kan
het centrale thema worden genoemd van de roman. De aanvankelijk zowel
letterlijk als figuurlijk bijziende Pickwick leert geleidelijk beter zien, maar
tegelijkertijd weet hij zijn onschuld te behouden en leert de scepticus Sam
Weller van zijn kant uit geleidelijk de idealiserende goedertierenheid van
Pickwick zien als van grote waarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten