De schrijver Jevgeni Zamjatin ken ik al een aantal jaren. Via via werd ik gewezen op zijn roman WIJ. Alleen was het probleem dat die roman niet meer leverbaar was. Alleen nog antiquarisch. In de tijd dat er nog geen internet was, was het dus lang zoeken. Uiteindelijk vond ik een exemplaar. Bij lezing kwam ik tot de ontdekking dat het een misdruk was. Er ontbraken een aantal pagina's. Wederom duurde het enige tijd voordat ik een ander exemplaar vond. Dit boek maakte en diepe indruk op me. Zeker omdat ik nu zelf kon lezen waar Aldous Huxley en George Orwell hun inspiratie vonden. Gelukkig is het boek weer leverbaar.
Zamjatin kwam opnieuw in mijn blikveld toen ik recentelijk de bibliotheek te E. bezocht. Een mooie uitgave met een aantal verhalen die nog nimmer in het Nederlands taalgebeid zijn verschenen. Om u nieuwsgierig te maken volgt hierna het voorwoord, door Tom Eekman geschreven.
Jevgeni Zamjatin (1884-1937) was een uitzonderlijk Russisch schrijver - al 
was het alleen maar omdat hij een technisch vak studeerde en uitoefende, wat 
hoogst ongewoon was: al die honderden
Russische schrijvers, dichters en 
toneelschrijvers die de achttiende tot de twintigste eeuw bevolkten
waren 
grondbezitter of ambtenaar, kleine burger of proletariër, maar geen ingenieur of 
technicus. Zamjatin, zoon van een Russisch-orthodox priester, studeerde aan het 
St.Petersburgse Polytechnisch Instituut en verwierf zijn diploma als 
scheepsingenieur. Hij sloot zich aan bij de bolsjewistische partij en werd in 
1905 (jaar van de eerste Russische revolutie) gearresteerd en uit St.Peterburg 
verbannen, maar hij keerde daarheen illegaal terug. Zijn kamer was zelfs een 
tijdlang een geheime drukkerij. In 1916 werd hij naar Engeland gestuurd om als 
scheepsbouwkundig ingenieur toe te zien op de bouw van ijsbrekers voor de 
Russische vloot. Vlak voor de Russische revolutie van 1917 keerde hij terug naar 
Rusland; hij werkte nog aan de bouw van ijsbrekers op Russische werven. Zijn 
verblijf in Engeland was aanleiding tot een paar satirische verhalen over de 
Engelsen (De eilanders, 1917). Die bevatten al elementen die we herkennen in 
zijn enige roman, Wij, geschreven in 1919-1920, die verboden werd en door de 
Sovjet-machthebbers scherp veroordeeld.
Zamjatin bouwde actief aan zijn 
reputatie als modern prozaschrijver . Zijn eerste verhaal kwam uit in 1908. Hij 
werd mentor en voorzitter van de schrijvers-organisatie “Serapion-Broeders”, 
opgericht in 1921 (genaamd naar E. T. A. Hoffmanns Die Serapionsbrüder), een 
kring die zulke vooraanstaande schrijvers omvatte als Michail Zosjtsjenko, 
Venjamin Kaverin, Lev Lunts, Konstantin Fedin en Michail Tichonov. Zamjatin had 
ook succes als toneelschrijver (De vlo, 1926). Hij trok zich echter terug uit de 
Russische Schrijversbond, de communistische eenheids -organisatie. Ook schreef 
en publiceerde hij een stoutmoedige Brief aan Stalin (juni 1931). Hij vroeg om 
toestemming om de Sovjet-Unie te mogen verlaten; en tot zijn eigen verbazing 
werd die hem en zijn vrouw gegeven, naar wordt aangenomen dank zij de 
persoonlijke interventie van Maksim Gorki.
Zamjatin leefde nog zes jaar in 
Parijs - jaren die hij, als zovele Russische emigrés, miskend en in armoede 
doorbracht. Erkenning en bewondering vielen hem pas ten deel lang na zijn dood, 
na Gorbatsjovs perestrojka, toen zijn Werken verschenen, eerst nog in het 
buitenland, weldra ook in Rusland; er wordt daar veel waardering voor zijn werk 
opgebracht en serieuze studie van dat werk gemaakt.
Een zekere internationale 
faam verkreeg hij overigens ook al met zijn roman Wij, die – curieuze 
bijzonderheid die steevast onmiddellijk vermeld wordt zodra het boek ter sprake 
komt – twee vooraanstaande Engelse schrijvers van grote naam geïnspireerd heeft, 
namelijk Aldous Huxley tot zijn roman Brave New World, 1932, en George Orwell 
tot zijn roman 1984 uit 1948. Het lijdt geen twijfel dat beiden Zamjatins boek 
gekend hebben en dat zij het “anti-utopische” of “dystopische” karakter ervan 
navolgden. De handeling vindt plaats in de 26e eeuw in een totalitaire 
eenheidsstaat onder een dictator (de “Weldoener”). De burgers zijn alleen 
nummers; maar no. D-503 wordt verliefd op de hem door het regiem toegewezen 
vrouw, I-338, die tegenstander van het regime is; hun liefde wordt vernietigd 
door het dictatoriale systeem. De Weldoener straft D-503 door hem aan een 
hersenoperatie te onderwerpen die hem volkomen berooft van zijn fantasie. Wij is 
minder een persiflage van het heersende Sovjet-systeem dan van de utopische 
dromen van communistische intellectuelen.
Een dergelijk onrealistisch, 
satirisch karakter hebben verscheidene van zijn andere prozawerken – 
bijvoorbeeld het hier opgenomen De grot, dat in een verre toekomst lijkt te 
spelen. Het eerste en langste verhaal in onze bundel, In de provincie (1912), 
een schrikbarend beeld van primitieve zeden en levenswijzen in het armoedige en 
achterlijke tsaristische Rusland, was zijn eerste literaire succes. De buik is 
een episode uit het ruige Russische boerenleven. Het voorteken speelt zich af in 
het milieu van kloosterlingen in een verre streek. Kameraad Tsjoerigin heeft het 
woord vindt plaats op het platteland en biedt wel een zeer negatief beeld van 
dat platteland in de revolutie-periode, die zo verheerlijkt werd door vele 
Sovjet-schrijvers. De landmeter tekent enkele Toergenjev-achtige personen uit de 
grondbezittersklasse. De speelkamer beeldt een merkwaardig gezelschap uit en is 
een van Zamjatins weinige producten waarin zijn scheepvaart-achtergrond een rol 
speelt. De leeuw gaat over twee simpele zielen, inwoners van St. Petersburg, en 
geeft hun liefdesavontuur weer. De koster beschrijft een avontuurlijke reis (of 
is het een droom) van een orthodoxe geestelijke en zijn vrouw.
De personages 
in Zamjatins verhalen uiten zich op hun eigen wijze, ze bedienen zich van hun 
eigen specifieke taal. Zamjatin wist ongewone, soms heel originele woorden en 
uitdrukkingen te gebruiken. Dat maakt de dialoog levendig en opvallend; maar het 
is vrijwel onmogelijk die taal in vertaling weer te geven met de zelfde 
karaktertrekken als het origineel. Zamjatin was niet de eerste in de Russische 
literatuur die in deze trant schreef ; hij werd voorafgegaan door Nikolaj Leskov 
(1831-1895) , die zich op deze wijze (skaz genoemd) op bijzonder virtuoze wijze 
uitte. Zamjatin deed echter niet voor hem onder, en zijn speciale stijl was een 
belangrijke reden voor zijn populariteit in Rusland. Hij zelf noemde die stijl 
“neo-realisme”: een nieuwe schrijftrant, waarin speciaal de harde, meedogenloze, 
ruwe kanten van het Russische leven aan bod kwamen. Een detail van de 
schrijfwijze van de neo-realisten was bijvoorbeeld dat zij vergelijkingen 
vermeden en geen “alsof”, “als het ware” en dergelijke voegwoorden 
gebruikten.
Zamjatin gaf lessen in literaire techniek die werden bijgewoond 
door prominente Sovjet-schrijvers als Konstantin Fedin, Michail Zosjtsjenko en 
Joeri Olesja. Hij legde er de nadruk op dat goede prozaschrijvers geen 
traditionele vormen moesten gebruiken, maar ketters moesten zijn: ‘Ware 
literatuur’, schreef hij in 1919, ‘kan slechts worden geschapen door gekken, 
kluizenaars, ketters, dromers, rebellen en sceptici.’ Het lijdt geen twijfel dat 
hijzelf althans tot sommige van die categorieën behoorde en wilde behoren.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten